“Het vak bestaat uit twee delen: eerst ontwerpen, dan installeren”, vertelt Renaud Hannon. “Het is niet steeds dezelfde persoon die beide voor zijn rekening neemt. Degene die de ontwikkeling van het systeem doet, gaat ter plaatse bij de klant en bekijkt daar de noden. Vervolgens bepaalt hij welk systeem vereist is en maakt hij een uitvoerige offerte, met foto’s van de voorziene toestellen. De installateur komt wanneer de klant de offerte goedgekeurd heeft. Hij trekt kabels in keukenkasten, plinten of kabelgoten. Hij last de draden, maakt de toestellen vast en plaatst de centrale en de sirenes. Daarna moet hij de centrale via een afzonderlijk circuit ook nog aansluiten op de verdeelkast, het bestaande telefoonnet en de detectoren. Pas dan neemt hij zijn laptop om alles te programmeren. Tot slot worden er testen uitgevoerd om te controleren of alles behoorlijk werkt. Bij de installatie van inbraakbeveiligingssystemen valt informatica niet meer weg te denken. Als werknemer heb ik twee specifieke opleidingen gekregen. En vervolgens kreeg ik een scholing bij de diverse constructeurs om hun producten op-en-top te leren kennen.” 

Multi-inzetbaar

“Een technicus inbraakbeveiliging is multi-inzetbaar. Ik herinner me het verhaal van klanten met een buitenverblijf hier in de streek. Op een dag belden ze me: het alarm ging elke nacht af. Na controle van het systeem vond ik niets ongewoons. En toch raakte het probleem niet opgelost. Ik besloot om de nacht door te brengen in het vakantiehuis. Ik wachtte, en wachtte ... En toen kwam er een vleermuis tevoorschijn: door voor de detectoren te vliegen, zette ze het systeem in werking! Bleek dat het beestje een nest gemaakt had achter een kast.” 

“Wie dit vak wil doen, moet een grote werklust hebben en de dingen met zorg doen. Kwaliteitsvol werk is essentieel. Vergeet niet dat men zowel de technicus als zijn baas wettelijk aansprakelijk kan stellen als er iets fout gaat."