In de wet van Ohm

Weerstand is een van de drie elementen van de wet van Ohm, samen met stroomsterkte en spanning. Deze drie hebben een vaste relatie met elkaar. Als je de waarde van twee componenten kent, kan je de waarde van de derde berekenen.

Moet je een weerstand berekenen? Onthoud dan deze formule: weerstand (R) = spanning (U) / stroomsterkte (I)

In de praktijk

Weerstand is een eigenschap van materialen.

  • Isolatoren hebben een hoge weerstand; ze bieden dus prima weerwerk tegen de doorgang van stroom.
    Voorbeelden: rubber, glas, plastic, lucht, steen, hout,...
  • Geleiders hebben een lage weerstand; ze laten de stroom gemakkelijk door.
    Voorbeelden: koper, zilver, goud, (zout) water, grafiet, kwik,... 

Elk materiaal bestaat uit atomen. Zo’n atoom bevat een kern waarrond elektronen draaien. De kern is positief geladen, de elektronen negatief.

  • Bij isolatoren zijn de elektronen vast verbonden aan het atoom en kunnen ze amper bewegen.
  • Bij geleiders zitten de elektronen veel losser en bewegen ze vrij doorheen het materiaal.

Op de multimeter

Je kan de weerstand in een stroomkring meten met een multimeter. De weerstand staat aangeduid met het ohm-teken (Ω).