Laadstations voor elektrische voertuigen zijn booming business, zowel voor thuisgebruik als op openbare plaatsen of bedrijven. Tegen 2030 moeten er elk jaar 15.000 nieuwe bijkomen.
Maar het kiezen en installeren van het juiste type laadstation is geen klusje dat je aan de garagist kan overlaten: het vraagt een flinke portie elektrotechnische kennis. Helemaal spek voor jouw bek dus. Watt’s Up helpt je door het bos de palen te zien, in 4 vragen.
Momenteel vind je in België zo’n 111 snellaadpalen langs de wegen. Aan het plaatsen van een snellader of supercharger begin je niet zomaar. Ze worden in principe geplaatst door gespecialiseerde bedrijven en zijn een grote investering. Zo’n snellader slurpt liefst 200 ampère, dat jaag je uiteraard niet over het gewone net. De bedoeling van de superchargers is om bezitters van auto’s met batterijen met hoog vermogen, zeg maar Tesla of Audi e-tron, snel te laten “bijtanken”. Daar waar een gewoon laadstation tot 22 kW levert, haal je met een snellader tot 150 kW of in de toekomst zelfs tot 250 kW. Een halfuurtje na het inpluggen is je Teslabatterij met een capaciteit van 85 kWh dus weer rijklaar.
De laadtijd van een batterij is afhankelijk van:
Laadstations leveren een vermogen tussen 3,7 en 22 kW. Afhankelijk van het type hebben ze 16 A of 32 A nodig, dus in principe kunnen ze op het gewone net geïnstalleerd worden (je leest de aandachtspunten verderop). Je kiest het vermogen van je station in functie van het vermogen van de lader in je voertuig. De batterij van een Nissan Leaf bijvoorbeeld heeft een capaciteit van 6,6 kW; een laadstation van 22 kW installeren is dan uiteraard niet zinvol. Is je klant de trotse bezitter van een Tesla, met een batterij van 85 kWh, dan ga je beter wel voor een station met het maximale vermogen van 22 kW. Na minimaal 4 u is de Tesla weer rijklaar (mits de juiste kabel).
Technisch verschillen laadstations voor thuis of voor het bedrijf of een openbare plaats niet veel van elkaar. Het onderscheid zit vooral in de uitvoering: bedrijfs- of openbare laadpalen zijn robuuster, ze worden vaker gebruikt en staan in weer en wind. Daarnaast zijn laadstations voor bedrijfs- of openbaar gebruik meestal opgenomen in een netwerk en voorzien van systemen voor energiemanagement. Als meerdere auto’s tegelijk opladen, kan een controller ervoor zorgen dat de beschikbare stroom gelijkmatig wordt verdeeld. Of je kan net prioriteit geven aan het laadstation voor de directeur ...
Stekker in en laden maar?
Theoretisch kan je een laadkabel inpluggen in een huishoudelijk stopcontact. Maar dat is geen goed idee: 12 uur lang 16 ampère doorheen een gewoon stopcontact jagen, is vragen om oververhitting of andere problemen. Voor geregeld gebruik installeer je dus best een thuislaadstation, waarmee je sneller en veiliger kan laden via een aangepaste kabel, laadplug, contactdoos ... Laadstations werken op wisselstroom, in de wagen zit een omvormer. Ze kosten doorgaans tussen 800 en 2500 euro.